Stichting Historische Cartografie van de Nederlanden

Vrijdag, 13 December 2024 

Anecdota Cartografica VII, Frans-Vlaanderen


Toen Johan Blaeu in 1635 zijn Theatrum in uitgebreide vorm opnieuw uitgaf in de Duitse
editie van de Nieuwen Atlas (zie Koeman, deel I, p. 95, Bl 6), breidde hij de kaart van het Graafschap Vlaanderen met vier andere Vlaanderen-deelkaarten uit : West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Rijks- en Eigen-Vlaanderen en Gallo- of Frans-Vlaanderen. Voor de laatste bezat hij kennelijk geen eigen ontwerp en hij gebruikte als model een kaart van het Bisdom Doornik van de Waalse cartograaf Martin Doué (1572 - 1638) die deze in 1623 onder de titel ‘Description du Diocèse de Tournay’ had uitgegeven. Twee exemplaren daarvan bevinden zich  in het archief van de stad Rijssel (Lille). Deze bisdomkaart was op het oosten gericht en vertoonde de indeling van het bisdom Doornik in de gebruikelijke de kenaten. Blaeu kopieerde deze kaart, maar wilde er een seculiere aardrijkskundige kaart van maken. Hij oriënteerde haar op het westen, versierde haar uitbundig met twee groepen van fraaie stedenwapens en het wapen van de Spaanse koning. De titel ‘bisdom’ gebruikte hij begrijpelijk niet en deze werd om de louter geografische bedoeling te benadrukken vervangen door de lange titel ‘Gallo Flandria in qua Castellania Lilana, Dvacena & Orchesia cum dependentibus. Necnon Tornacvm & Tornacesivm  Auctore Martino Doué Gallo Flandro’ (daartoe behoren de kastelenijen Lille, Douay.en Orchies met de daarvan afhankelijke gebieden ; en tevens  het gebied van en de stad Doornik). 

Blaeu beging echter een consequentie die in de andere Vlaanderenkaarten niet plaatsvond en die strijdig lijkt met de bedoeling. Hij graveerde in zijn geografisch kaartbeeld alle namen met grenzen van de de kenaten van het bisdom Doornik waardoor de kaart een tussenvorm van een geografische en van een bisdomkaart werd.
terug naar anecdota